Mechanismen van toename in spierkracht

Lange tijd werd gedacht dat krachtwinst een direct gevolg was van toename in spieromvang. Deze aanname was logisch omdat de meeste personen die regelmatig aan krachttraining deden, mannen waren, die vaak omvangrijke spieren ontwikkelden. Bovendien nemen spieren door immobilisatie van een arm of been met een gipsverband in omvang af en verliezen ze bijna direct aan kracht. Toename van spieromvang gaat in het algemeen gelijk op met toename van kracht. Verlies van spieromvang correleert hoog met het verlies van kracht. We zijn geneigd te concluderen dat er een oorzaak-gevolgrelatie bestaat tussen spieromvang en spierkracht. Maar spierkracht is veel meer dan alleen spieromvang.

In de media treffen we vaak berichten van mensen die onder grote psychologische stress tot bovenmenselijke staaltjes van kracht in staat zijn. Dwangbuizen zijn speciaal ontworpen om patiƫnten in psychiatrische ziekenhuizen die plotseling razend worden, in bedwang te kunnen houden. Zelfs de sportwereld schept op over de voorbeelden van bovenmenselijke sportprestaties, zoals Bob Beamons sprong van 8.90 m op de Olympische Spelen van 1968. Een sprong die het wereldrecord overtrof met bijna 60 cm! Wereldrecords worden gewoonlijk gebroken met een enkele centimeter. Beamons record bleef ongebroken tot 1991.

Vrouwen vertonen dezelfde, of zelfs groter, percentuele krachttoename als mannen indien ze deelnemen aan eenzelfde trainingsprogramma. Maar bij vrouwen zien we over het algemeen minder hypertrofie. Vergelijkbare bevinden zijn ook gerapporteerd bij jongeren.
Dit betekent niet dat spieromvang onbelangrijk is voor de uiteindelijke grenzen van spierkracht. Zie de verschillen in wereldrecords bij gewichtheffen tussen de verschillende gewichtsklassen. Als de gewichtsklasse toeneemt (wat duidt op toegenomen spiergrootte), neemt ook het totaal getilde gewicht toe. Maar de voorbeelden van bovenmenselijke kracht en het onderzoek bij vrouwen en jongeren wijzen erop dat de mechanismen die verbonden zijn aan krachttoename erg complex zijn En op dit moment worden ze nog niet volledig begrepen. Hoe kunnen we krachttoename door training dan verklaren? Kennelijk is toegenomen spieromvang belangrijk, maar er komt steeds meer bewijs dat neurale sturing van de getrainde spier ook verandert, waardoor een grotere krachtproductie door de spier mogelijks wordt.