Het principe van specificiteit

Trainingsaanpassingen zijn zeer specifiek voor het soort activiteit en voor de omvang en de intensiteit van de uitgevoerde inspanning. Om het piekvermogen van zijn spieren te verbeteren, zal een kogelstoter bijvoorbeeld géén nadruk gaan leggen op lange duurlopen of op langzame weerstandstraining met lage intensiteit. Hij of zij moet explosief vermogen ontwikkelen! Evenzo zal de marathonloper zich niet richten op korte, sprintachtige intervaltrainingen. Dit is waarschijnlijk de reden dat sporters die trainen voor kracht en explosiviteit, zoals gewichtheffers, vaak veel kracht bezitten, maar zich qua aeroob uithoudingsvermogen niet onderscheiden van ongetrainden. Via het principe van specificiteit moet het trainingsprogramma de fysiologische systemen belasten die van belang zijn voor het optimaal presteren in de betreffende sport, om specifieke trainingseffecten te bereiken.